Tips taalafspraken maken met ouders op school

1. Maak tijd met je team om hierover na te denken.

Breng eerst in kaart hoe de leraren hiermee omgaan. Je kan een aantal vragen projecteren en daarover uitwisselen. Voorbeelden:

• Hoe start jij een gesprek met een anderstalige ouder?
• Wat doe jij als een ouder je niet begrijpt? Welke strategieën zet je in? Wat vraag je van een ouder?
• Wat doe je als de leerling er bij is?
• Schakel je hulp in van een tolk?
• Spreek je met de ouder over het belang van het Nederlands?
• Hoe sluit je een gesprek af en maak je afspraken voor een volgende keer?
• …

Kom met je team tot een aantal gezamenlijke afspraken.

Zet die afspraken op papier, zet ze in een draaiboek of maak ze visueel via een infographic, een poster … Laat je inspireren door een voorbeeld om als team na te denken. Je kan eigen accenten leggen en er op die manier een ‘schooleigen’ product van maken.

2. Communiceer de taalafspraken duidelijk naar je ouders.

• Gebruik een positieve en uitnodigende toon.

• Schrijf in duidelijke taal. Gebruik de checklist.

• Zorg voor ‘hulplijnen’ voor ouders die nog geen Nederlands begrijpen en ouders die een beperkt netwerk hebben, bijvoorbeeld de mogelijkheid om te spreken met vertaaltechnologie, als school zelf een tolk inschakelen …

3. Maak tijd om met ouders over taal te praten. Grijp hiervoor alle kansen: een inschrijfmoment, een oudercontact, een infoavond...

• Informeer hen over de taalafspraken op de school. Maak duidelijk welke inspanningen het team levert en wat je van hen vraagt.

• Spreek met hen over het belang van Nederlands leren, voor zichzelf maar ook voor de schoolloopbaan van hun kind.

• Geef informatie mee waar ze terecht kunnen om Nederlands te leren. Lees meer.