Tips talige begeleidershouding
Activiteiten buiten de school zijn ideaal om al spelend Nederlands te oefenen. Een begeleider kan die perfecte oefencontext creëren. Je hoeft geen leerkracht te zijn en geen taalstimulerende activiteiten uit te werken. Je kan wel op je talige houding letten. Met deze tips geef jij elk kind een oefenkans en een leuke ervaring in het Nederlands.
Geef elk kind een goed gevoel
- Leer de kinderen kennen en toon interesse in hun leefwereld. Luister en stel vragen over hun familie, huisdieren, hobby’s …
- Zorg dat je herkenbaar bent en dat kinderen weten aan wie ze iets kunnen zeggen of vragen.
- Speel spelletjes waarbij kinderen elkaar en je initiatief leren kennen. Doe dat ook als er nieuwe kinderen later aansluiten bij de groep.
- Speel zelf mee en stimuleer kinderen om mee te doen.
- Vergeet de stille kinderen niet. Sommige kinderen zijn verlegen, hebben een slechte dag of durven niet veel te zeggen in groep of in een andere taal.
Ga positief om met alle talen
- Oordeel niet over een taal, elke taal is gelijk. De thuistaal is een deel van de identiteit van een kind.
- Straf kinderen niet omdat ze een andere taal spreken. Stel vragen in het Nederlands en buig het gesprek spontaan om.
- Maak taalafspraken met de kinderen.
- Hou zelf vast aan het Nederlands, dat geeft duidelijkheid en structuur. Maak een uitzondering voor een kind in gevaar (pijn, angst …).
- Heb geduld. Laat kinderen zoeken naar woorden of zinnen in het Nederlands.
Geef een duidelijke (spel)uitleg
- Start in een rustige omgeving. Laat kinderen zitten en plaats je op hun ooghoogte.
- Zorg voor structuur in je uitleg. Leg alles stap voor stap uit.
- Articuleer en spreek niet te snel. Gebruik volwaardige zinnen.
- Gebruik gebaren, spelmateriaal, foto’s of pictogrammen.
- Leg iets met andere woorden uit. Gebruik synoniemen of transparante woorden.
- Doe de opdracht voor of vraag de kinderen dat te doen.
- Test of iedereen je begreep. Stel open en concrete vragen. Speel een testronde.
- Vertaal enkel individueel of laat een kind vertalen. Herhaal in het Nederlands.
Heb altijd aandacht voor taal
- Spreek de hele dag en benoem wat je doet en ziet.
- Daag de kinderen uit. Gebruik moeilijke woorden maar controleer of ze je begrijpen.
- Grijp elke kans om met kinderen te praten. Laat hen het onderwerp bepalen.
- Geef kinderen ook een lees- en schrijfkans (bv. een opdracht laten lezen).
- Stel zo veel mogelijk open vragen en vraag door.
- Herhaal. Herhaling zorgt dat kinderen woorden makkelijker onthouden.
- Geef taalkansen tijdens routinemomenten (bv. opruimen).
- Meng je op vrije momenten tussen de kinderen en start gesprekjes.
Geef positieve feedback
- Respecteer dat elk kind op een ander tempo Nederlands leert. Een taal leer je met vallen en opstaan.
- Maakt een kind fouten in het Nederlands? Zeg niet dat het fout is, maar reageer met de juiste woorden in het Nederlands. Ga daarna verder met je gesprek.
- Gebruikt een kind een mix van Nederlands en een andere taal? Blijf enthousiast, het is positief als een kind Nederlands durft te praten.
- Hoor je dat kinderen anderen helpen met het Nederlands? Geef een compliment en moedig anderen aan om dat ook te doen.